Thema Regionale Voedselsystemen – terugblik workshops Voedsel Anders conferentie ’22

Er waren op de conferentie 16 workshops over regionale voedselsystemen. Hier is veel dynamiek gaande: boeren die zich meer regionaal verbinden, burgers die meer hun eigen rol in het voedselsysteem nemen en allerlei initiatieven om regionale verbindingen te leggen en méér samen te werken op gebiedsniveau. Voedselcoöperaties, coöperatieve winkels, gezamenlijk grond kopen, investeren in nieuwe bedrijven en voedselraden.  Belangrijkste les die wij uit deze workshops halen is dat lokale samenwerkingsstructuren belangrijk zijn: tussen initiatieven onderling, tussen producenten en consumenten èn tussen overheden en de praktijken. Over de hele linie zien we het coöperatieve denken groeien, het denken in samenwerking en collectieve kracht groeit. De onderlinge verbindingen worden benut om van elkaar te leren, om een gezamenlijke beweging te vormen die gehoord wordt en om integraler beleid te maken. Al met al krijgt de transitie vanuit deze verbindingen vorm en groeien er uit al deze plekken nieuwe voedsellandschappen. 

Wat ontwikkelt zich?

Bottom-up ontwikkelen zich heel veel onderdelen van een gezond regionaal voedselsysteem: 

  • de basis is altijd de plek zelf – Dáár wordt het concreet en zijn de levens van de betrokkenen verbonden met elkaar. Hier verbind je je met de aarde, elkaar en je voedsel. Dit zien we in gemeenschapstuinen, buurttuinen en bij boeren. Een gemeenschap bouwen rond een plek levert veel op èn het vraagt een lange adem en actief samenwerken. Dat vraagt verbinders: mensen die de relaties in stand houden en een open mind hebben.
  • Voedselcoöperaties zijn een goede manier om lokaal te verbinden, gezonder en smaakvoller uit het seizoen te eten en zijn heel eenvoudig op te zetten. Coöperatieve winkels zijn ook zo’n vorm: zelf het heft in handen nemen, lokaal eerlijk voedsel bereikbaar maken voor iedereen en het werk en verantwoordelijkheden eerlijk verdelen in de groep.
  • Via PGS kunnen gemeenschappen van producenten en consumenten zelf afspraken maken over de duurzaamheid en kwaliteit van het eten – een alternatieve vorm van certificering die tegelijkertijd verbindt en een leeromgeving biedt.
  • Werken aan sociale rechtvaardigheid kan met de RE-ADJUST-Tool (REflecting on & ADvancing Justice in Urban food STrategies). Zo kan je als beleidsmaker of voedselnetwerk kijken hoe je sociale rechtvaardigheid onderdeel kan maken van voedselbeleid en -projecten. Dat kan door in te zetten op: culturele erkenning, politieke vertegenwoordiging en economische herverdeling. 
  • Praktisch is steeds meer de vraag hoe we zorgen dat mensen in armoede toch gezond voedsel kunnen kopen. Dat kan door samenwerking tussen producenten en Voedselbanken en door slim gebruik te maken van geldstromen. 
  • Sociale rechtvaardigheid gaat ook over de impact van ons systeem op dat in Afrika. Het internationale 10.000 garden SlowFoodproject laat zien hoe gemeenschappen groeien door een diverse set lokale groenten te kweken op basis van lokale kennis en zaden. Hier en dáár zijn schooltuinen en gemeenschapsmoestuinen een belangrijke basisvoorziening.
  • Ook een streekvoedselverhaal gebaseerd op het gezamenlijk beleefde landschap draagt bij: het verbindt de ambities van diverse partijen in een gezamenlijk verhaal .
  • in vele regio’s, dorpen en steden wordt gewerkt aan het opbouwen van een regionale voedselbeweging. Diverse voorbeelden zijn belicht: oa. Friese Voedselbeweging, Fietsen voor mijn eten, Voedselfamilie Krimpenerwaard, Ons Eten Den Haag, FoodCouncil Metropoolregio Amsterdam, Gebiedscoöperatie IJsseldal.  

Ook vanuit de instituties zien we steeds meer aandacht voor voedsel: In de CityDeal gezonde voedselomgeving zijn een achttal steden verenigd om samen te sturen op het vestigen van fastfood, het verkrijgbaar maken van gezond lokaal voedsel en de ruimtelijke en sociale voedselomgeving die onze keuze bepaalt. Ook provincies richten zich meer en meer op gezond voedsel al dan niet in combinatie met de landbouwtransitie.

Wat is nodig samen verder te groeien – om sterker te worden? 

Om samen verder te groeien is blijvende samenwerking nodig: 

  • De conferentie zelf liet zien hoe belangrijk het is om bij elkaar te komen en elkaars verhalen te horen: je krijgt energie als je gelijkgestemden ontmoet, hoort hoe zij met de vraagstukken om gaan waar jij ook tegenaan loopt. Informele ontmoetingsplekken waar je gesprekken kan voeren die je anders niet voert zijn belangrijk. 
  • Blijvende samenwerking tussen al deze partijen kan ondersteund worden door een organisch verder groeiende (zelf)organisatiestructuur. Dat vraagt aandacht en organisatiekracht: om te zorgen dat de juiste inhoud en bijeenkomsten georganiseerd kunnen en blijven worden. Op een aantal terreinen wordt hier vervolg aan gegeven: er is een community of practise van Voedselraden in NL opgestart, er is een nationale kennisbijeenkomst over gezond voedsel voor mensen in armoede op komst en er wordt een landelijke (zelf)organisatiestructuur van voedselgemeenschappen in het leven geroepen.
  • Naast dit bottom up van elkaar leren en een beweging opbouwen komt het er in deze fase van de transitie ook op aan dat overheden en praktijk op alle niveaus (gemeentelijk, regionaal, provinciaal èn nationaal) samenwerken en faciliteren. Gezamenlijke integrale agenda’s en een structurele samenwerking kunnen de voedselbeweging en overheden verbinden en bieden een basis om integraal te gaan sturen op voedsel gekoppeld aan de praktijk. 
  • Gebiedscoöperaties zijn een vorm om als burgers samen weer meer aan het stuur te zitten en te zorgen dat de waarden van het gebied centraal staan. Voedselraden fungeren voor voedsel als vertaler tussen de praktijk en het beleid en kan stem geven aan alle delen van het voedselsysteem.
  • Het blijft beginnen bij de praktijk, dus het stimuleren van gemeenschapstuinen, het beschikbaar stellen van grond en ruimte en creatieve samenwerking is belangrijk. Plekken waar het gebeurt en andere lokale bottom-up initiatieven faciliteren; geldstromen ombuigen richting gezonde, inclusieve voedselsystemen. Eén voorbeeld dat méér nagevolgd kan woren is om via SROI te gaan betalen voor gezond voedsel voor arme mensen.

Bekijk verslagen van alle workshops