Voedselgemeenschappen onder de loep – BioKennisWeek

Op 19 januari organiseerde Voedsel Anders samen met Toekomstboeren een workshop tijdens de BioKennisWeek over voedselgemeenschappen. Henk Renting en Estella Franssen vertelden in een half uur hoe voedselgemeenschappen lokaal biologische markten kunnen versterken. Aan de hand van een onderzoek over lessen uit boer-burgers allianties en met het voorbeeld van voedselcoöperaties in Overijssel leerden de 85 deelnemers hoe makers en eters de lokale en sociale economie samen kunnen versterken. In het publiek waren zowel boeren als consumenten aanwezig. Heel passend, want in deze korte ketens staat de relatie tussen boer en burger centraal.

Kijk hier de workshop terug:

> Kijk ook ons webinar ‘Hoe start je je eigen voedselgemeenschap?’ terug, en lees het verslag.

Voedselgemeenschappen: bredere context – Henk Renting

Een groeiende bottom-up beweging

Voedselgemeenschappen kunnen in de bredere context geplaatst worden van korte ketens. “Korte ketens staan in de schijnwerpers als manier om de duurzame en lokale voedseleconomie te versterken, en corona heeft dit versterkt”, vertelt Henk Renting, docent en onderzoeker van stedelijke voedselsystemen. Echter, er is veel aandacht voor het efficiënter maken van korte keten initiatieven, en de logistiek (zie bijv. Taskforce Korte Ketens). Tegelijkertijd is er een groeiende bottom-up beweging van lokale voedselgemeenschappen, meer gericht op de relaties tussen boeren en burgers. Er zijn 480 initiatieven in Nederland volgens de inventarisatie van Sandra van Kampen voor RVO Nederland, waar 60.000 huishoudens betrokken bij zijn. Dat zijn bijna 150.000 mensen die bijdragen aan de verduurzaming van voedselproductie.

Gelijkwaardige samenwerkingsverband

Lokale voedselgemeenschappen onderscheiden zich doordat de verbinding tussen boer en burger centraal staat. Die verbinding wordt gezien als de drijvende kracht achter nieuwe, lokale voedseleconomieën. Het gaat dus niet om boereninitiatieven die hun producten proberen te verkopen, maar om groepen burgers en boeren die in gemeenschappelijkheid werken aan lokaal, duurzaam, en gezond voedsel met een eerlijke beloning voor de boer. CSA’s, coöperatieve winkels, Herenboeren en voedselcoöperaties zijn vormen van lokale voedselgemeenschappen waarbij het samenwerkingsverband tussen eters en makers gebaseerd is op gelijkwaardige machtsverhoudingen en langdurige relaties.

Biologische boeren kunnen hun lokale afzet vergroten door heel persoonlijke klantenrelaties te ontwikkelen in de regio. Door voedselgemeenschappen te starten met burgers uit de buurt dragen de boeren aan het ontwikkelen van lokale sociale netwerken en activiteiten.

Voedselcoöperaties: één vorm van voedselgemeenschap – Estella Franssen

Doordat verschillende initiatieven hun kennis en ervaring delen met nieuwkomers, kunnen deze kleinschalige voedselinitiatieven zich vermenigvuldigen en verspreiden. Dat doet Estella Franssen, initiatiefnemer bij Stichting de Ulebelt voor voedselcoöperaties in Overijssel. De afgelopen jaren heeft ze 15 voedselcoöperaties helpen opstarten.

Ontdek wat voedselcoöperaties zijn in deze korte video.

Voedselcoöperaties, hoe werkt het?

Estella: “Het is niks meer dan een afspraak tussen een groepje mensen die samen eten inkopen rechtstreeks bij boeren uit de buurt”. Ze spreken met elkaar af dat iedereen bij toerbeurt een keer in de week alle bestellingen van de groep gaan ophalen bij de boeren. De bestellingen worden verdeeld in een uitdeelpunt waar iedereen op een vast moment zijn bestelling komt ophalen. Estella: “Als er 20 mensen zijn in je eigen groepje, dan ben je een keer in de twintig aan de bak om een ronde te doen, en anders staat alles voor je klaar. Dat is het, het is geen rocket science.”

“Als je eenmaal meedoet dan wil je niet meer terug.”

Estella Franssen, initiatiefnemer voedselcoöperaties in Overijssel, Stichting de Ulebelt

Wat zijn de motieven voor burgers om mee te doen?

Estella somt de voordelen van lokaal voedsel uit een voedselcoöperatie: “Het is lekkerder, gezonder, verser, eerlijker en leuker. Het interessant is dat er voor iedereen in de samenleving, ook al van diverse groepen met eigen drijfveren, iets te halen is: vers en gezond voedsel voor het gezin, een eerlijke prijs voor de boer, investering in de lokale economie, alles klaar voor mij, beter voor de natuur, en het is vaak betaalbaar”.

Hoe begin je?

Maak afspraken met elkaar. Het begint met een groepje mensen die bij elkaar in de buurt zitten en die samen zo’n een voedselcoöperatie willen opzetten. Klein beginnen, met 4 of 5 mensen, is handiger om afspraken te maken met elkaar. Samen maken jullie een aantal keuzes over o.a. het assortiment, de keurmerk(en), bestelling frequentie, het uitdeelmoment en de locatie, betalingen en taakverdeling.
Vind boeren uit de buurt die bereid zijn om rechtstreeks producten te leveren.
Zoek een uitdeelpunt. Dat is een plek zoals een buurthuis of een garage waar je droog kan staan, die bereikbaar is voor iedereen in de groep en makkelijk is voor het leveren van producten. Daar zit je maar 1 à 2 uur per week. Idealiter is er al elektra beschikbaar en een koelkast/vriezer die je kunt gebruiken. Als je gaat starten is het echter niet noodzakelijk, vooral als iedereen binnen het uitdeelmoment zijn bestelling komt ophalen.
Fysieke middelen: Als je gaat beginnen heb je weinig nodig: tafels, kratten of boodschappentassen, een weegschaal, een koelbox met koelelementen voor zuivel en vlees.
> Kijk ook ons webinar ‘Hoe start je je eigen voedselgemeenschap?’ terug, en lees het verslag.

Vragen aan Estella van het publiek

Hoe wordt het aanbod bekend gemaakt? Bij hoeveel boeren wordt de producten gemiddeld opgehaald?

Estella: Het aanbod bepaalt een groep samen zelf. Wat willen we? Alleen verse groenten of een compleet pakket? Hoe ver willen we rijden? In het algemeen gaat het over de hoofdgroepen: groenten en fruit, zuivel, vlees en eieren. Dus groepen zoeken vaak minimaal naar 4 boeren, maar het kan soms tot 12 zijn.

Hoe kan zo’n systeem biologische boeren helpen?

Producten komen ophalen bij de boer om de hoek betekent dat het transparant/zichtbaar wordt wat hij met zijn producten en dieren doet. We merken in de praktijk dat mensen die een voedselcoöperatie starten vaak voor biologische producten gaan. Maar het is niet altijd zo dat zo’n groep daar de focus op heeft. Het is een keuze die ze samen gaan maken. Biologisch, biodynamisch of geteeld zonder bestrijdingsmiddelen? Dat wordt dan ook natuurlijk bepaald door wat in de buurt beschikbaar is.

Henk Renting, Estella Franssen en moderator Klarien Klingen tijdens de workshop over voedselgemeenschappen

Hoe ziet het verdienmodel voor de boeren eruit?

Je moet kijken naar boeren die al (en deel van hun productie) leveren aan de lokale markt. Ze krijgen al een omzet voor lokale afzet, die hoger wordt met de voedselcoöperatie. De afnemers zijn degene die al het werk doen voor de distributie. Als boer hoef je alleen maar de bestelling in te lezen en producten klaar te zetten.

Hoe is de financiële afhandeling ingericht?

Er zijn twee varianten. Enerzijds kan de afnemer van de week alles voorschieten of achteraf in een keer betalen wanneer alle individuele bestellers hebben betaald (Tikkie, Ideal of overboeking). Anderzijds kan de groep de bestelsite kiezen waar een betaalfunctie in zit. Local Food Works in België heeft zo’n systeem ontwikkeld. Daar wordt 6% marge gebruikt op de bestelling om de betaalfunctie te financieren. Dan betalen alle individuele bestellers rechtstreeks aan de boer.

Hoe zit het belastingtechnisch?

Als voedselcoöperatie wil je niet worden aangemerkt als bedrijf met winstoogmerk. Je mag geen geld verdienen aan de verkoop van voedsel. Dat voorkom je door duidelijk te maken dat er geen verkoop of gezamenlijke aankoop wordt gedaan, iedereen draagt zijn eigen kosten voor zijn eigen bestelling. Zorg dat je je bestelsite of bestellijst voor een besloten groep houdt (niet openbaar maken).

Hoe zorg je dat het uitdeelpunt niet wordt gezien als een winkel?

Bij het uitdeelpunt wordt geen producten aangeboden, alleen bestellingen opgehaald die al betaald zijn. Dan wordt het niet als een winkel aangemerkt.

Aan de slag

Ik ben consument en wil een voedselcoöperatie starten. Is er een stappenplan beschikbaar?

Vraag het handboek van Stichting de Ulebelt voor startende voedselcoöperaties, dat voor iedereen beschikbaar is: pauline@voedselanders.nl.
Voor mensen die aan de slag willen in Overijssel helpt Stichting de Ulebelt nieuwe groepen om op te starten (bijeenkomsten en werving).

Ik ben boer en wil producten gaan leveren voor een voedselcoöperatie. Wat kan ik doen?

Vind een paar burgers in de buurt die geïnteresseerd zijn om producten bij jou (en andere boeren) op te halen. Dit kun je doen door activiteiten te organiseren op je eigen erf. Mobiliseer ze om een voedselcoöperatie te starten. Stichting de Ulebelt kan boeren en burgers in Overijssel helpen om samenwerking te gaan opzetten. Zie ook het handboek voor startende voedselcoöperaties.


Deze workshop is mede mogelijk gemaakt door een subsidie van de POP3 Korte Voorzieningsketens van de Provincie Gelderland en de Europese Unie.