In totaal 120 deelnemers, vrijwilligers (waaronder veel HAS-studenten) en sprekers kwamen naar de Voedselkaravaan in Noord-Limburg & Zuidoost-Brabant. Op 27 oktober stonden de bezoekers stil bij mogelijkheden om de gangbare landbouw te verduurzamen én bij manieren om het onderlinge begrip tussen boer en burger, stad en platteland te verbeteren.
Het programma bestond uit excursies in de ochtend waarbij inspirerende bedrijven en initiatieven in de regio werden bezocht met vier bussen die vanuit Venlo vertrokken. Daarna was er een lunch met sprekers Geert Benders en Niek Koning bij Beej Benders, gevolgd door 12 workshops in de HAS te Venlo.
Bijzondere verhalen tijdens de excursies
- Marcel en Yvonne Jacobs, eigenaars van People’s Farm in Maasbree, maakten 4 jaar geleden de omslag: van 100 ha naar 3 ha teeltoppervlakte, van mono- (alleen prei) naar poly-cultuur(40 soorten groenten) en sinds afgelopen jaar van de gangbare -naar biologische teeltwijze. 200 gezinnen in de omgeving krijgen wekelijks een Verskratje.
- In De Stadstuinderij in Venlo verbouwen zo’n 50 deelnemers groenten en bloemen zonder bestrijdingsmiddelen en kunstmest op deels gemeenschappelijke – en deels privé stukjes grond. Dit bevindt zich op een oud-kazerneterrein, de gebruikers hoeven geen huur te betalen.
- Zowel varkenshouders Ruud van Dijck (Boer Ruud) te Oirlo en Henk Kuijpers (Het Spekrijt) te Deurne, als pluimveehouder David Janssen (De Haam, producent van het Gijs-ei) te Veulen voeren hun dieren zoveel mogelijk met veevoer uit de regio, met geen of zo min mogelijk geïmporteerde soja. Boer Ruud gebruikt vooral reststromen uit de voedselindustrie, het voer aan de kippen van David Janssen wordt deels zelf verbouwd en voor 50% uit de regio gehaald (mais, tarwe, gerst raapschroot). Het Spekrijt doet allebei. Zowel de kippen als de varkens van het Spekrijt in Deurne komen veelvuldig buiten. Zoals bleek uit de workshops waaraan zij deelnamen, is het nog wel een uitdaging voor deze boeren om hun meerkosten terug te zien in de verkoopprijs van hun dierlijke producten. Zowel Spekrijt als De Haam hebben ook een zorgboerderij.
- Bij Beej Benders in Venlo is het ambacht weer terug in zicht. De bakker, slager, sushichef zijn allen zelfstandig ondernemer in het grote gebouw. Er is een keuze gemaakt van producten dichtbij en van producten waar ‘de maker’ bekend is. Eerlijke en lekkere producten voor een eerlijke prijs is het devies. Er is ook een restaurant, met onder andere een aetplein, waar je voor 5 euro een lekkere verse maaltijd kunt eten.
- Boer Henk Kerkers van Bijzonder Brabants teelt sinds 2014 ruim 100 bijzondere groenten op een zo natuurlijk mogelijke manier op 2 ha grond, waar voorheen 25 jaar lang maïs werd geteeld. 90% van zijn productie wordt afgezet aan restaurants, in een straal van ongeveer 25 km rondom Deurne. Voor Henk is een gezonde bodem dé basis voor zijn smaakvolle, sterke, minder ziektegevoelige bijzondere producten. Zijn grond wordt niet geploegd, wel wordt een oppervlakkige grondbewerking toegepast en jaarlijks wordt het organisch stofgehalte op peil gebracht met verteerde mest afkomstig van een geitenboerderij ongeveer 5 km verderop.
- Bij boomkwekerij De Oude AA te Deurne worden tuinplanten en bomen gekweekt waaronder plantmateriaal voor zachtfruit, zoals frambozen, bessen en bramen. Het bedrijf heeft de omslag gemaakt van een gangbaar bedrijf waar kunstmest en chemie werden gebruikt naar een natuurlijk bedrijf waar het zonder die hulpmiddelen kan. Kassen worden gereinigd met een stoomcleaner. Met hogedruk en heet water dus. Als er zich plagen voordoen, wordt er ingezet op natuurlijke vijanden.
-
BioVerbeek is een biologisch glastuinbouwbedrijf van de gebroeders Verbeek te Velden, met een areaal van zo’n 10 hectare op vier locaties (inclusief een proeftuin). Hierop worden in wisselteelt tomaten, komkommers en paprika’s geteeld in de volle grond. Er wordt niet geploegd want het bodemleven doet het werk. Men wil zo efficiënt mogelijk met energie omgaan en probeert de komende jaren onafhankelijk van fossiele brandstoffen te worden. Met maakt hierbij nu gebruik van Warmte Kracht Koppeling (WKK) en warmteterugwinning. In de nabije toekomst wil men via compostering (biomeiler) warmte gaan opwekken.
- Philippe van der Grinten van Provinos gaf op twee plekken een workshop Bokashi. Deze methode kan effectief zijn om organische stof te produceren die kan worden toegevoegd aan de bodem. Er gaat – in tegenstelling tot bij compostering – geen organische stof en energie verloren. Ook is Bokashi effectief als klimaatmaatregel dus om broeikasgassen blijvend vast te leggen in de bodem. Met als slogan: ‘Meer organische stof in de bodem: Niet in de brand, maar op het land’. Eventueel zouden Carbon Credits kunnen worden verstrekt om dit financieel aantrekkelijker te maken, of zouden boeren die hun organische stof in de bodem verhogen, beloond kunnen worden uit het budget van het Gemeenschappelijk LandbouwBeleid. Gebruik van Bokashi in samenwerking met loonwerkbedrijf Kennes (C-Cycle) en melkveehouders leidde tot kwalitatief betere melk, minder kunstmest, bestrijdingsmiddelen en dierenartskosten, en dus een lagere kostprijs.
Nieuwe modellen
Geert Benders, eigenaar van Beej Benders, werpt de vraag op hoe lang het exploitatiemodel van supermarkten nog houdbaar is. De supermarktondernemer zit in een keurslijf. Het gaat bij de supermarkten om volume, daardoor is het “ambacht” uit het straatbeeld verdwenen. Geert gaat daarentegen uit van “lokaal”, “liefde” (passie), “lekker” en “laag geprijsd” en
voegt daar de drie C’s aan toe: coöperatief (samenwerken binnen de korte keten), continuïteit (niet gaan voor de korte-termijn-winst, maar juist op basis van de lange termijn) en commercieel.
Niek Koning heeft onlangs het boek ‘Food security, Agricultural Policies and Economic Growth’ uitgebracht. Hij geeft eerst een historische overzicht van de ontwikkelingen in landbouw- en handelsbeleid in mondiaal perspectief. Met het oog op de stijgende wereldbevolking en het steeds grotere gebruik van landbouwgrond voor biomassa, waarschuwt hij dat er problemen kunnen ontstaan in de mondiale voedselvoorziening. Daarbij zorgt het huidige handelsbeleid ervoor dat boeren wereldwijd onder de kostprijs produceren, en zo niet kunnen investeren in een duurzame voedselproductie op lange termijn. Hij wijst op de nadelen van de neoliberale hervormingen binnen het Europese landbouwbeleid, waardoor de subsidies niet effectief worden ingezet en de dumping van overschotten in bijvoorbeeld Afrika wordt voortgezet. Hij pleit voor een internationale marktregulering die er voor kan zorgen dat boeren wel kostendekkend betaald kunnen worden.
Workshops
In een deel van de workshops wordt verder ingegaan op de benodigde hervormingen in het handels- en landbouwbeleid, door o.a. Hans Geurts (Nederlandse Melkveehouders Vakbond) en Keimpe van der Heide (Nederlandse Akkerbouw Vakbond). Beiden pleiten voor productiebeheersing en meer marktbescherming, zodat boeren een eerlijke, kostendekkende prijs krijgen. Door importheffingen op soja en palmolie kan de Europese productie van eiwit- en oliegewassen een enorme stimulans krijgen. Het doel van deze marktregulering is ook dat de EU zoveel mogelijk zelfvoorzienend wordt en er dus zo min mogelijk wordt gesleept met grondstoffen en voedingsproducten. Pas dan kan er ook werkelijk sprake zijn van – de door minister Schouten gepropageerde – kringlooplandbouw. De boeren zijn blij dat zij het belangrijk vindt dat boeren een eerlijke prijs krijgen. Tot nu toe beperkt zij zich echter tot de aanpak van de ongelijke marktmacht in de keten.
Henk Vermeer van Agrifirm vertelt in dit kader over de teelt van soja en andere plantaardige eiwitten door bij hen aangesloten boeren, in Nederland en de rest van Europa. David Janssen (producent Gijs-ei) en varkenshouder Boer Ruud gebruiken ook liever deze lokale eiwitten, en willen niet langer medeverantwoordelijk zijn voor de milieu- en sociale problematiek rond de sojateelt in Latijns-Amerika. Guus Geurts vertelt waarom de soja die is goedgekeurd door de Rondetafel voor Duurzame Soja (RTSS), niet duurzaam en verantwoord is, maar slechts een vorm van greenwashing.
Uit de workshop Fair Trade voor boeren kwam als aanbeveling dat ondernemersrisico moet terug te vinden zijn in de prijs aan de boer. Er zou verder een Fair Trade-keurmerk voor Nederlandse boeren moeten komen. Er werd ook ingegaan op berichten van SOMO dat boeren in ontwikkelingslanden die leveren aan keurmerken als Fair Trade en UTZ, een te lage prijs voor hun product krijgen om in hun basisbehoeften te voorzien. Maar zoals Niek Koning al aangaf, eigenlijk zou er ook voor tropische producten internationale grondstoffen-overeenkomsten moeten komen, om te zorgen voor een balans tussen vraag en aanbod, en dus stabiele prijzen aan de boer.
In de workshop Veehouderij en Klimaat worden door Jurjen de Waal van Milieudefensie en Hans Geurts van de Nederlandse Melkveehouders Vakbond een aantal aanbevelingen gedaan:
- zo groot mogelijke zelfvoorziening in veevoer om transport te verminderen, minder kunstmest gebruiken,
- koeien in de wei om machinale bewerkingen te voorkomen,
- verhoging van het organische stofgehalte in de bodem,
- combinatie van grassen en kruiden zoals klaver (dat bindt stikstof uit de lucht in de plant),
- aanpassing van het mestbeleid zodat minder kunstmest nodig is.
Een aantal boeren gaf naast de excursie ook een lezing binnen de workshop-rondes, zoals Henk Kerkers, David Janssen en Henk Kuijpers. Daarnaast vertelde Wim Steverink van Lasting Fields over de voordelen van kleinschalige machines in de bewerking en oogst, bijvoorbeeld bij intercropping; meerdere gewassen naast elkaar op stroken met daartussen vaste paden. De belangrijkste voordelen hiervan zijn: lager gebruik van fossiele energie, verbetering in plaats van verdichting van de bodem, een besparing op arbeid en mede daardoor een stimulering van de biologische teelt.
Henk Rooijmakers van Boomkwekerij De Oude Aa pleit voor meer groen in de stad. Dat voorkomt hittestress tijdens warme zomers. Groen in de stad is geen kostenpost voor de gemeente, maar levert rendement en levenskwaliteit en economische voordelen. Daarnaast bevorderen groene buurtprojecten de sociale cohesie en het veiligheidsgevoel. Ook pleit hij voor meer voedselproductie in de stad, ter ontstressing (van de jeugd) en als middel tot bewustwording.
Tenslotte werd op deze dag een afdeling van Slowfood Youth Network in Venlo opgericht, Slow Food Limburg bestaat al. Uit een woordweb bleken de volgende prioritieten van de deelnemers omtrent voedsel: voorlichting, educatie, gezondheid, smaakvol, samen eten, automatisme, bewustwording, bodem, betaalbaar voedsel en verpakking. De drie kernwoorden van Slow Food zijn: lekker, puur en eerlijk. Zo proberen zij voedsel zo min mogelijk bewerkt te laten worden, zich in te zetten voor biodiversiteit, in te zetten voor cultuurbescherming en mensen eerlijke keuzes te laten maken omtrent voedsel.
Geslaagd
Na afloop kwamen er louter positieve reacties (van onder andere de sprekers), over het programma, de organisatie, de inzet van de vrijwilligers en de catering. Er was wel gehoopt op wat meer deelnemers, vooral van gangbare boeren. De organisatie is geslaagd in hun opzet om inspirerende initiatieven in de praktijk te koppelen met alternatieven voor het landbouw- en handelsbeleid. Ook vond er kruisbestuiving plaats tussen de regio’s aan beide kanten van de Peel en tussen stad en platteland.