Voedsel Anders roept op tot trendbreuk in handelsbeleid voor voedsel en landbouw

Foto: Aardappeloogst in de Hunza-vallei, Pakistan. © Guus Geurts


Op 10 december begint in Buenos Aires de elfde WTO-top. Landbouw staat opnieuw centraal in deze vrijhandelsonderhandelingen. Afspraken binnen de WTO hebben al sinds 1995 grote gevolgen voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de EU. Dit leidt reeds decennialang tot averechts en ineffectief beleid. Voedsel Anders doet een oproep tot een trendbreuk. In de eerste aflevering van een serie van tien mythes over landbouw en voedsel betogen we dat vrijhandel eerder een probleem dan een oplossing is voor wereldwijde voedselzekerheid.

Heikel punt tijdens de moeizame onderhandelingen is onder meer de inperking van handels-verstorende landbouwsubsidies in de Europese Unie en de Verenigde Staten. De EU en de VS hebben er echter voor gezorgd dat de meeste subsidies buiten schot blijven. Zelfs bij een akkoord zal de dumping van landbouwproducten in ontwikkelingslanden dus voortduren.
Tevens willen ontwikkelingslanden zoals India – terecht – boeren een minimumprijs bieden en tegelijkertijd voedsel betaalbaar houden voor de armsten. Dit soort plannen liggen echter onder vuur van de WTO, die de belangen van de multinationale agribusiness om markten binnen te dringen laat prevaleren boven lokale voedselzekerheid.

Tien mythes over landbouw en voedsel

Beide voorbeelden tonen aan dat de mythe dat vrijhandel ten goede komt aan allen nog altijd de boventoon voert binnen de WTO, en dat dit tot zeer ongewenste resultaten leidt. Daarom presenteert het netwerk Voedsel Anders juist nu het eerste artikel in de serie ’Tien mythes over landbouw en voedsel’, getiteld ‘Vrijhandel bevordert de mondiale voedselzekerheid’.

Waarom is dit een mythe? Decennia van liberalisering hebben wereldwijd geleid tot kaalslag onder familiebedrijven. Boeren krijgen geen kostendekkende prijzen en kunnen zo ook niet investeren in duurzame voedselproductie. Een deel van de Afrikaanse boeren die de concurrentie met Europese producten niet aan kunnen, trekken vervolgens naar Europa.

Ondertussen zorgt de huidige geglobaliseerde en industriële voedselvoorziening voor een grote bijdrage aan de uitstoot van broeikasgassen. Tegelijkertijd heeft juist de voedselproductie het meest te lijden onder klimaatverandering, vooral in ontwikkelingslanden. Kleinschalige boeren hebben daar ook al te maken met land grabs van multinationals die zich richten op de export van luxeproducten als biobrandstoffen en veevoer.

Alternatieven

Voedsel Anders geeft in de weerlegging van deze eerste van tien mythes ook een aanzet voor een alternatieve kijk op landbouwbeleid. Het is belangrijk om deze discussie nu te voeren, aangezien de Europese commissaris voor landbouw Phil Hogan vorige week zijn plannen presenteerde voor een nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid vanaf 2021.

De komende jaren kunnen we dus werken aan een alternatief landbouwbeleid dat onder meer zal leiden tot een veel effectievere inzet van landbouwsubsidies. Boeren in Noord en Zuid kunnen dan wél kostendekkende prijzen krijgen voor hun inspanningen, terwijl de kosten met betrekking tot milieu, sociale omstandigheden en dierenwelzijn in de consumentenprijs kunnen worden geïnternaliseerd.

In januari 2018 presenteert Voedsel Anders het volgende artikel in deze serie, die zal gaan over de mythe:  ‘De industriële landbouw kan de wereld voeden’.