Terugkijken: webinar gebiedscoöperaties nieuwe-stijl

Met 55 deelnemers kwamen we op 24 november online samen om te luisteren naar Henk Willem Tiktak en Fransjan de Waard. Zij vertelden over hoe de gebiedscoöperatie een nieuwe vorm kan zijn voor het organiseren van de systemische transitie in onze gebieden waar we leven en werken.

Kijk de webinar hieronder terug:

Verslag: Brief naar de deelnemers

Beste deelnemers, 

Graag bied ik bij deze een samenvatting van de input; hopelijk pakt die verhelderend uit. Daarbij zul je vermoedelijk ook ervaren dat het hele paradigma zo nieuw is, dat het wel wat tijd, en ook wat mentale elasticiteit vergt om ’t hele verhaal goed in beeld te krijgen – en te houden. Er zijn domweg nauwelijks referenties om op terug te vallen. Bovendien blijven we er in de praktijk ook nog steeds in leren en ontdekken, en ook dat is van belang: als historische noviteit moeten we dit onderweg blijven uitvinden en invullen, voor de grootste impact en efficiëntie. 

Een juridisch vehikel

Een gebiedscoöperatie (nieuwe stijl) is dus een juridisch vehikel dat zijn bestaansrecht ontleent aan de missie van de oprichters en leden om het algemene belang van een regio te dienen. In ‘gebieds-speak’ hebben we het dan over het (behouden en) creëren van waarde in het gebied. Dat behouden noem ik hierbij afzonderlijk, als verwijzing naar de huidige situatie waarin gebieden per saldo vooral worden ‘leeggetrokken’. Zo’n stelling had zich een poos terug nog als marxistische prietpraat kunnen laten kwalificeren, maar is inmiddels voor vrijwel iedereen wel hout gaan snijden. ‘Gebieden’ zijn gewoon stukjes Aarde waar mensen wonen en werken, waarbij er twee grote krachtenvelden het maatschappelijke verkeer bepalen, nl. publiek en privaat: overheid en bedrijfsleven. De overheid als demokratisch tot stand gekomen vertegenwoordiging van ‘de mensen’, en het bedrijfsleven als machinerie die hen waardevolle goederen en diensten levert. Maar beide krachtenvelden hebben zich in wezen zo ontwikkeld dat wij, ‘de mensen’ – om wie het gaat – in wezen buiten spel staan. Wij zitten op de tribune toe te kijken hoe publiek en privaat het echte spel spelen. En nu biedt de gebiedscoöperatie die is geënt op de spelregels van de Omgevingswet en het Europa van de Regio’s ons als inwoners en ondernemers van een regio dus voor het eerst een status die wettelijk geborgd is, zodat wij van daaruit zelf (opnieuw? voor het eerst?) náást die andere twee ook een balletje mogen trappen. 

Het concept hiervoor is zoals gezegd mede uitgewerkt binnen het Duurzaam Door-programma dat door RVO wordt beheerd. Dat mondde in 2018 uit in een lijvig rapport: “het Rijnlands Gebiedsarrangement”. Dit is niet gemakkelijk om te lezen, mede omdat de Omgevingswet nog wankel was, maar zelf had ik een Aha-moment in een passage waar ik anderen dan ook altijd naar verwijs. We zijn vertrouwd met wat er plaatsvindt onder de wetgeving van het Europese Directoraat van de Mededinging, bedoeld om de krachten van de ‘vrije markt’ en concurrentie te beteugelen en dat spel een beetje eerlijk te laten verlopen. En dat is dus een heel ander doel dan het dienen van het algemeen belang en het beheren van de collectieve waarde van gebieden die deel zijn van de Europese gemeenschap. Hierover kun je onderaan pagina 5 lezen in genoemd document

Het dienen van dat algemene belang kunnen we inmiddels opvatten als alles dat we moeten doen om het sowieso een beetje leefbaar te houden. Met klimaatverandering als eerste van meerdere grote, complexe en urgente vraagstukken en opgaven. Plus zoiets als bodemdegradatie, biodiversiteitsverlies, of zelfs maar good old milieuvervuiling. Dat zijn dan fysieke en geografische kwesties, maar op sociaal vlak is er ook wel wat loos: gezondheidscrisis, toenemende armoede ed. Ach, we kennen ze wel – dezer dagen wijzen we op de Sustainable Development Goals van de VN. En tja, dat is ook allemaal niet nieuw, maar als we dan kijken naar publiek en privaat, die de dienst uitmaken, lukt het ze dan een beetje om al die rampspoed te keren? Nou??

In een gebiedscoöperatie met het juiste juridische DNA, zoals Henk Willem en ik dat met een aantal anderen bij de oprichting van Gebiedscoöperatie IJsseldal hebben vastgelegd, kan ‘het gebied zelf’ ook in actie komen. En de kennis en kunde en passie van inwoners, ondernemers en andere verbanden inzetten om minstens overeind te blijven, en liefst volop te bloeien – ook als gezonde medespeler van andere gebieden. Daarbij is het denk ik verhelderend om te beseffen dat zo’n gebiedscoöperatie er zelf in wezen niet voor de uitvoering is. Je kunt een GC het beste zien als een schotel, of een nest, waarin allerlei leden en spelers hun ding doen – voor een gezamenlijk doel, in zinvolle uitwisseling en samenwerking. En daarin zijn zij dan met elkaar geborgd. Dát is de nieuwe status, en ook de nieuwe laag, die maakt dat individuele initiatieven – zoals de innovatieve aanpakkers en gedreven pioniers binnen de voedseltransitie – de handen ook werkelijk ineen kunnen slaan. Die kruiwagens vol kikkers? Die hobbelt nu rond in Het Lege Midden, waarin iedereen o zo kwetsbaar blijft, terwijl het publiek-private pact…. tja, zo zijn eigen belangen aan het dienen is. Vandaar dus ‘grip op eigen gebied’. Het gebied als maatschappelijk bedrijf, waarin de energieke samenleving van inwoners zeggenschap nemen over the commons. En om dat integraal te doen, waarbij verschillende domeinen direct met elkaar gaan communiceren – voedsel, energie, zorg, woningbouw, onderwijs enz. – moet je vooral de juiste spelers bij elkaar zien te krijgen, die het gezamenlijke doel onderschrijven. Iedereen is in principe stakeholder van de waarde die je samen beheert en opbouwt, en dankzij de nieuwe status en spelregels kan en mag dat ook. In wezen moet het zelfs: de zorgplicht in de Omgevingswet

Nieuwe rolverdeling

Je gaat dus ook toe naar een nieuwe rolverdeling – burgerlijk-publiek-privaat – waarbij de overheid leert om werkelijk te faciliteren en het bedrijfsleven om werkelijk waarde toe te voegen. Niet zonder slag of stoot dus… en zodoende is daarin ook een hoop te leren. Als één van de nieuwe gebiedscoöperaties in het land hopen we met GC IJsseldal deel te gaan nemen in het transitieprogramma dat we noemden, “Het gebied is de k(l)as”, ondergebracht bij RVO en onder toezicht van de Raad van State. We kunnen daarvoor een aantal kleinere ‘gebiedscasussen’ inbrengen, waar lastige vraagstukken liggen en/of de verhoudingen zijn vastgelopen. We zijn nog volop bezig om daar zoveel mogelijk relevante spelers in mee te nemen, waaronder ook vanuit ‘publiek’ en ‘privaat’ – want je moet het samen doen. Inmiddels is zich in regio Boxtel de eerste ‘klas’ aan het vormen – zie daarover dit korte bericht – en zo hopen wij ook een hele hoop lessen te leren die in wezen voor de transitie in het hele land relevant gaan zijn. 

Daarvan houd ik jullie graag op de hoogte, maar zover is het nu nog niet. Ik heb dit webinar voorgesteld omdat ik graag zie dat Voedsel Anders, als open netwerk van grassroots-initiatieven, kan blijven uitgroeien tot een beweging die werkelijk impact kan gaan maken, en niet overlopen wordt of als Calimero mee mag huppelen totdat de grote mensen het echte werk weer gaan doen. Daarvoor hebben we meer status nodig, en gereedschap. Wat dat precies zal blijken te zijn, en hoe we dat kunnen inzetten? Het is aan ons om dat samen allemaal uit te gaan vinden. 

Ik heb er geen recept voor, en ook geen mandaat: dat moet van jullie komen. 

Een aantal van jullie heeft ons al laten weten aan zo’n traject mee te willen doen: onderzoeken, bijdragen, bewegen… Gewoon vanuit je eigen situatie, je eigen ambities, je eigen gebied. Wil je daar nog bij? Laat het ons weten. Stuur ons een e-mail: info@voedselanders.nl

Ik ga zelf met andere kerngroepleden van Voedsel Anders verder in gesprek over de rollen die we hiervoor kunnen bedenken en invullen. En ja, dik kans dat we daar ook anderen bij nodig hebben…. Heb je dus het gevoel dat je hiervoor ook nog wel een tandje bij wilt zetten, laat van je horen! Stuur ons een e-mail: info@voedselanders.nl

Er is overigens nog heel weinig documentatie over dit hele perspectief. Het wordt ontwikkeld door een klein groepje mensen, die wel in t eggie maar vooral achter de schermen aan het programmeren zijn – en communicatie is een andere sport. Maar er gaat daarvan wel meer komen, en daarmee kunnen we dit nieuwe pad allengs wat gaan bijlichten. 

Ik zie ernaar uit om hiermee met anderen op weg te gaan. Dus tot ziens!

Fransjan de Waard


Sprekers

Henk Willem Tiktak begon in Delft aan een mijnbouwstudie maar timmerde met studiegenoten aan de weg waarin een start-up een IT-reus werd. Van daaruit ging hij portfolio-management bij grote bedrijven doen, waarbij hij alle projecten met elkaar verbond om een gezamenlijke missie te vervullen. Sindsdien bouwt hij aan de mogelijkheid om dat voor de maatschappij te doen. Het voedselsysteem was daarvoor zijn ingang en het regionale niveau bleek daarvoor de schaal. Hij deed baanbrekende ervaring in Friesland op, die hij als bestuurslid van De Coöperatieve Samenleving ook elders helpt landen, zoals in Gebiedscoöperatie IJsseldal, waarvan hij mede-oprichter is. 

Fransjan de Waard zocht vanuit zijn Wageningse studie tropische bosbouw naar kansen voor agroforestry, en vond in Andalusië de permacultuur. Na een wereldreis naar de bronnen en ontmoeting met tientallen pioniers schreef hij daarover het Nederlandse standaardwerk (Tuinen van Overvloed), en bleef hij altijd wat voor de muziek uitlopen. Nu zet hij zich in diverse netwerken voor de voedseltransitie in, zoals voor voedselbosbouw en regeneratieve veehouderij, vooral in het oosten van het land. Met Henk Willem en De Coöperatieve Samenleving geeft hij handen en voeten aan de gebiedsgerichte aanpak van de grote vraagstukken, zoals rond klimaat, voedsel, gezondheid, en aan de vernieuwing van de demokratie in Gebiedscoöperatie IJsseldal. 


Deze workshop was onderdeel van ons alternatief programma ter vervanging van de Voedsel Anders conferentie 2020. Hou deze website, Facebook en Twitter in de gaten voor de komende activiteiten en schrijf je rechts op de website vooral ook in voor onze nieuwsbrief.